Hij was bijdehand, maar ook oprecht geïnteresseerd. En altijd bezig met hoe zaken anders of beter konden. Is dat misschien het juiste recept voor een wethouder?
Afgelopen november maakte hij de overstap naar onze gemeente. Best een stuk verwijderd van zijn thuisbasis Amsterdam. Waar hij met zijn vrouw en twee dochters (7 en 9) woont, en in Oost stadsdeelbestuurder voor GroenLinks was. Toen met een takenpakket gericht op het fysieke domein, hier in ‘s-Hertogenbosch ligt de focus meer op het sociale. Wethouder voor GroenLinks is trouwens hij nog steeds. Hij houdt van hardlopen. Heeft de Dam tot Damloop alleen nog niet voltooid, want dat valt vaak op de verjaardag van zijn vrouw. Nog hoger op het wensenlijstje staat het lopen van een hele marathon. Dat is Rick Vermin in een notendop.
Laten we bij het begin beginnen. Een eerste indruk van ’s-Hertogenbosch?
“Geen grachten, maar wel de Binnendieze, die daar toch ook iets van wegheeft. Het was een heel warm welkom, zowel in de organisatie als in de stad. Veel mensen zijn nieuwsgierig naar wat een Amsterdammer in ‘het dorp’ ’s-Hertogenbosch doet. Dat is naar mijn mening een onnodige kwalificatie van ’s-Hertogenbosch, want Amsterdam is namelijk gewoon een net iets groter dorp.”
Werken in een nieuwe omgeving, is dat een voor- of nadeel?
“Je brengt een frisse blik mee, dat zie ik zeker als een kracht. Niet iedereen kan een nieuwe stad leren kennen vanuit de unieke positie als wethouder. Je komt op plekken waar je als inwoner misschien niet snel komt. Heel bewust stapte ik daarom op mijn eerste werkdag op de fiets. Ik leer de Bossche context steeds beter kennen. Laatst liep ik met mijn vrouw door de binnenstad, veel mensen groetten mij. Mijn vrouw zei – niet heel verbaasd – ‘je zit hier drie maanden, en iedereen kent je? Het is ook altijd hetzelfde met jou’. Conclusie is denk ik: ja, een nieuwe omgeving kost energie. Maar het brengt me nog veel meer, zeker in een Bourgondische stad als ‘s-Hertogenbosch.”
Politiek trok al jong jouw aandacht, maar wanneer werd het serieus?
“Hoe oud was ik? 31 gok ik. Mijn grootste drijfveer was de politieke wind die er toen waaide. Veel mensen hebben het goed in Nederland, en die mogen best wat beter zorgen voor de hele grote groep die het minder goed heeft. Dat was dezelfde tijd als toen het kabinet Wilders viel, dus dat smaakte naar meer. Maar mijn allereerste aanraking met de politiek was toen ik één van de sleutelfiguren was voor de gemeente de Bilt, waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Daar dacht ik mee over jongerenkwesties.”
Inmiddels ben je hier alweer vijf maanden. Wat valt je op aan ons programma?
“Eén van de redenen waardoor ik enthousiast werd over ’s-Hertogenbosch – nog voordat ik hier überhaupt wethouder werd – was het Gelijke Kansen programma. Ongelijkheid in de maatschappij zorgt voor veel problemen. Wat het programma uniek maakt, is dat het hele ecosysteem rondom het kind meedoet: school, de wijk en thuis. Dan krijg je een netwerk, een spinnenweb, waarin je samen veel kunt bereiken. En vaak is één professional die net iets anders naar een kind kijkt, genoeg om het verschil te maken.”
Je zag ‘m misschien al aankomen. Maar wie maakte voor jou het verschil?
“Dat was mijn geschiedenislerares in de tweede klas. Ik was dat jaar met veel dingen bezig, maar niet veel met school. Aan het eind van het jaar ging je naar mavo, havo of vwo. Omdat ik er met de pet naar had gegooid, mocht ik niet naar het vwo. Toen heeft mijn geschiedenislerares als een leeuw voor mij gevochten. Ze stelde dat ik me verveelde en daardoor liep te klooien. En dat als ik niet naar het vwo ging, dat alleen maar demotiverend werkte. Drie keer raden? Het derde jaar begon ik op het vwo. Ik haalde dat jaar het beste uit mezelf. Van mavo of havo word je zeker geen slechter mens, wellicht zelfs integendeel, maar dan was ik – zoals zij voorspelde – wel afgehaakt. Ik moet toch maar eens wat met haar gaan drinken.”
'It takes a village to raise a child', is één van onze standpunten. Hoe denk jij daarover?
“Mijn dochters zitten heel doelbewust op een diverse school waar je als ouder net wat meer betrokken bent. Daar overheersen geen groepen, iedereen is gelijk. En dat terwijl er de bandbreedte tussen arm en rijk heel groot is. Daarmee blijf ik dicht bij mezelf en waar ik voor sta. We moeten met elkaar leven en niet bevolkingsgroepen op wat voor gronden dan ook tegen elkaar opzetten. Dan kun je het nog steeds met elkaar oneens zijn, dat mag. Maar dat wil niet zeggen dat we een ander aan zijn of haar lot moeten overlaten. Des te trotser ben ik dat ik daar nu zowel persoonlijk als professioneel aan kan bijdragen.”
Wat kan de Gelijke Kansen Community van jou verwachten?
“Vol vooruit met wat we aan het doen zijn. En samen nadenken over hoe we die lijn vast kunnen houden. Want het is niet zo dat als je drie maanden aan TOP-tijd meedoet, je ineens gelijke kansen hebt. Hoe maken we structureel het verschil: over vijf, tien of vijftien jaar? Ik kijk ernaar uit om samen met de community als boegbeeld op te treden. Niet alleen binnen de muren beleid maken, maar ook naar buiten toe winnen. Dat is waar we elkaar nodig hebben. Sommigen denken wellicht ‘daar heb je weer zo’n gek uit het stadhuis’. Dan helpt het om de community te betrekken, omdat daar al een vertrouwensrelatie ligt.”
Afgelopen maand opende je Kantine Zuid en de Meidentop. Hoe voelden die eerste ‘klussen’?
“Wij kunnen ons niet voorstellen dat als je niet genoeg eet, je niet goed kunt nadenken. Dat betekent dat je iemand in een kwetsbare positie, de kans ontneemt om daaruit te komen. Door te zorgen voor een goede start van de dag, maak je een serieus verschil. Wat Kantine Zuid een nóg toffer initiatief maakt, is dat de betrokken ouders ook een duwtje in de rug krijgen. En dan de Meidentop… dat was echt te gek! Ik hoop dat veel meiden dachten: verdorie, dat kan ik ook! Jonge meiden hebben rolmodellen nodig om zich aan op te trekken en vervolgens hun eigen pad te bewandelen. Geen één pad mag afgesloten zijn, alleen omdat je een vrouw bent. Helaas is er nog steeds een bizar groot verschil tussen mannen en vrouwen. Ergens in het jaar is een dag waarop vrouwen eigenlijk kunnen stoppen met werken, omdat ze structureel onderbetaald worden. Van mij mogen vrouwen op die dag best het werk neerleggen, we zien wel wat er dan gebeurt. Of dit een oproep is? Dat laat ik even in het midden...”